Willy Fleuren werkt al twintig jaar bij het Regionaal Service enter (RSC) van politie Oost Nederland. Op deze afdeling komen dagelijks meer dan 2.000 telefoontjes binnen. Willy is, zoals hij dat zelf noemt, niet-ziend. Toch doet hij hetzelfde werk als zijn collega’s. Veel collega’s vinden dat bijzonder. Willy: “Ik zie dat zelf niet zo. Als niet-ziende heb ik alle handelingen opnieuw en op een andere manier moeten aanleren. Of dat nu thuis is, of op het werk. Door mijn visuele beperking is er veel techniek aan mij gekoppeld. Ik gebruik bijvoorbeeld geen muis maar een spraaksynthesizer die letterlijk alles voor mij voorleest. Verder werk ik met toets-combinaties. Ik doe dus hetzelfde werk als alle andere collega’s alleen de wijze waarop is voor mij anders.”
Degene die mij destijds heeft aangenomen, durfde die uitdaging wel aan.
- Willy
- Willy
Willy heeft altijd goed kunnen zien. In 1999 ging het ineens helemaal mis. “In een jaar tijd ging mijn zicht van 100% naar 4%. Ik werkte in de grafische sector en kon daardoor mijn werk niet meer doen. Tijdens mijn revalidatie leerde ik omgaan met mijn beperking om te ontdekken wat ik nog wél kon. Daarna heb ik gesolliciteerd bij de politie, als medewerker bij het RSC. Degene die mij destijds aannam, durfde het wel aan en ik kreeg een proeftijd van een half jaar. Op 1 augustus 2001 kreeg ik een vast contract. In het begin werkte ik met een vergroting. Maar in de nacht van 8 op 9 juni 2007, tien over twaalf ’s-Nachts, viel mijn zicht helemaal uit.”
Als gevolg hiervan raakte Willy in een depressie en werd opgenomen in het ziekenhuis. “Ik vroeg mij af: wat kan ik nu nog? Voor mij hoefde het allemaal niet meer. Ik zag op sommige momenten het leven niet meer zitten. Maar ik moest door en ging van leven naar overleven. Gelukkig heb ik nooit een poging ondernomen en daar ben ik heel erg blij om. Ik kan nu als niet-ziende heel erg veel, het werkt alleen anders als voorheen. Door mijn visuele beperking luister ik anders. Hierdoor compenseer ik mijn niet-zien en creëer ik een visueel beeld van de ander. Mijn gehoor is feitelijk mijn zicht geworden. Als er nieuwe collega’s in dienst komen, vraag mijn directe collega’s om een beschrijving, zodat ik mij een beeld kan vormen. Ik kan natuurlijk vragen Mag ik even voelen hoe je er uit ziet maar dat lijkt me niet handig.”
Willy heeft alles opnieuw moeten uitvinden met behulp van techniek. Hij kan de collega’s niet zien maar herkent ze aan hun stem. Ook moest hij andere praktische zaken aanleren: waar zijn de toiletten, een bepaald gebouw, een vergaderzaal, de in- en uitgang, et cetera. Voor Willy is zijn rots in de branding collega Diana Klijn.
Diana werkt ruim negen jaar bij het RSC. Daarvoor werkte ze als secretaresse bij een notaris. Door een verhuizing moest ze op zoek naar een andere baan. Ze solliciteerde bij de politie en werd aangenomen. Diana en Willy zijn maatjes. Ze hebben geen relatie maar hebben wel een bijzondere band op het werk. Diana helpt Willy met alle praktische zaken zoals een teamvergadering of een bijzondere activiteit. “We zitten tijdens de dienst altijd naast elkaar en ik help, daar waar nodig is. Willy gebruikt vaak mijn ogen. Met kleine gebaren probeer ik het werk van Willy zo aangenaam mogelijk te maken. Bijvoorbeeld, het juist neerzetten van een stoel of het halen van een kop koffie. Gelukkig is Willy niet altijd afhankelijk van mij, integendeel. Hij maakt op de afdeling veel gebruik van wanden en andere attributen om de weg te vinden. Het venijn zit in de onverwachte situaties.”
Terwijl we in gesprek zijn, loopt Willy naar de keuken. Opeens een knal en een vloek. Blijkt dat iemand de vaatwasser open heeft laten staan. Gevolg is een ontzette deur en een pijnlijk been. Even later kunnen we er om lachten maar het maakt wel duidelijk welke gevolgen de visuele beperking van Willy kan hebben.
Tenslotte de vraag aan Willy en Diana wat er zo leuk is aan het werk. “Je weet niet wat er op een dag gaat komen. Elk telefoontjes is anders. Dan is het retedruk, en het volgende moment weer rustig. Daarnaast de onregelmatigheid en last but not least de collega’s: we hebben een sterke onderlinge band en dat horen we ook van nieuwe collega’s. Zij ervaren onze afdeling als een warm bad. We werken elke dag samen, we delen veel met elkaar en we zijn er voor elkaar als dat nodig is.”
Bij het Regionaal Service Center (RSC) van politie Oost-Nederland werken ongeveer 175 mensen. Zij beantwoorden in 24-uurs diensten de telefoontjes die binnenkomen op 0900-8844. Het RSC werkt op drie locaties: Apeldoorn, Enschede en Nijmegen. Voor meer informatie: kombijdepolitie.nl