Kuchje.
Daar begon het mee, een kuchje. Af en toe, zo tussendoor. Ik dacht het met een pijnstiller of een snoepje wel op te lossen. Het kuchje bleef en ik bleef aan het werk. Verder mankeerde me niets: ik was opgewekt, voelde me goed en bleef in beweging. Hardlopen, wandelen, fietsen, tot wel meer dan honderd kilometer per week. Ondanks het kuchje of misschien wel dankzij het kuchje? Want stel dat het intensieve sporten zou bijdragen aan het verdwijnen van het kuchje… Naïef? Nee, integendeel. Ik heb vaker beginnende griep of verkoudheidsklachten gehad en dan bleef ik doorsporten. En de klachten verdwenen vrij snel, als sneeuw voor de zon. Waarom deze keer dan niet? Zou dat kuchje dan toch niet verdwijnen?
 
Het blijkt toch een illusie te worden als blijkt dat één van mijn collega’s mogelijk in aanraking is gekomen met twee besmette personen: haar beide ouders zijn positief getest. Dat betekent voor mij en enkele andere collega's quarantaine en thuis werken. Dat vervelende kuchje blijft en om zekerheid te krijgen toch maar een test aanvragen. Dat is een hele klus want de eerste gelegenheid is de volgende dag op méér dan honderd kilometer afstand. Dus tweehonderd kilometer rijden, drie uur in de auto voor drie minuten testen. Het is niet anders en die dinsdag ga ik op weg. Testen en weer terug, begeleid door dat vervelende kuchje. De uitslag duurt minimaal 48 uur, dus blijf ik in quarantaine. Het kuchje wordt intussen een hoest en een neusverkoudheid. Telkens als ik mijn neus snuit, slaan mijn oren dicht. Ik blijf edoch aan het werk en doe nu de social media en de e-mail. Af en toe moet ik wel telefonisch contact met de klant hebben. Het hoesten begint me aardig in de weg te zitten.
 
Na 48 uur log ik in op de website van het RIVM om de uitslag van de test te ervaren. Positief! Ik had eigenlijk niet anders verwacht, maar toch stilaan enige hoop, ondanks de verkoudheid en het hoesten. Alsof het niet genoeg is begint er ook een hoofdpijn op te komen. Deze is uiteindelijk ook niet te beheersen met pijnstillers. Een soort driemanschap maakt mij het leven zuur. Ik stuur mijn familie en vrienden een berichtje dat het etentje ter gelegenheid van mijn zestigste verjaardag op zondag 18 oktober niet doorgaat. Daar is alle begrip voor, dat valt wel in te halen. Met hoesten en snotteren sleep ik mijzelf de volgende dienst in.
Het is zaterdag 17 oktober en vol optimisme neem ik me voor een flink aantal kilometers door de omgeving te wandelen. Ik hoop op deze wijze het virus de baas te blijven, dan er wel flink van langs te geven. Het blijft een voornemen. Achteraf bleek 11 oktober de laatste sportieve dag te worden met zes kilometer hardlopen en een flinke wandeling langs de Gammelkerbeek. Enfin, deze zaterdag sleep ik mij weer naar de avonddienst, in de wetenschap dat ik de 18e een vrije dag heb en samen met mijn vrouw mijn verjaardag mag vieren. Het is tegen tienen als ik besluit de stekker er uit te trekken. Het wil gewoon niet meer. Vroeg naar bed en hopen dat zondag wat beter wordt.
 
Het is 18 oktober 2020 en mijn zestigste verjaardag. Geen dag om te vergeten, wat voel ik me slecht. Toch proberen vol te houden, want morgen hebben we een week vakantie. Niet dus, in quarantaine dus geen vakantie… Chips, we hadden ons er zo op verheugd. Mijn zestigste verjaardag sleept zich voort, een dag waar geen eind aan lijkt te komen, een dag waar ik eigenlijk zelf een eind aan wil maken. Ik hoop dat een nachtje slaap wat verlichting brengt. Inmiddels heeft de koorts zich ook bij het drietal gevoegd om het mij nog moeilijker te maken. Het wordt een onrustige nacht, warm, koud, hoesten, proesten en flinke hoofdpijn. Heb ik geslapen? Volgens mijn horloge wel, maar ik heb er geen besef van. Uiteindelijk maar uit bed, douchen (wat lijkt op het lopen van de halve marathon) en ontbijten. Ik blijf positief, ondanks alle klachten. De ochtend sleept zich voort en in de middag gaat het niet meer. Ik weet nog dat ik in de auto ben gestapt, daarna gaat alles op zwart.

Vervolg: marathon man