Annemie over haar eerste jaar politieopleiding
Je droom najagen. Als peuter wist Annemie al wat ze wilde worden: politieagent. Haar voorbeeld waren de ‘zware jongens’ in de Donald Duck. Zij zou ze wel inrekenen.
We hebben als kind allemaal dromen en wensen. Wie wilde niet brandweerman, politieagent, verpleger of piloot worden? Geïnspireerd door rolmodellen heeft iedereen wel wensen. Velen jagen hun droom na, slechts weinigen weten deze te verwezenlijken.
Sinds ik Annemie ken, is ze vol van haar ambitie. En in augustus 2021 was het zover: ze mocht starten met de opleiding. Haar droom najagen is niet alleen een succesverhaal. Net als iedereen kwam Annemie hobbels tegen die onneembaar leken. Ook Annemie heeft zichzelf vaak de vraag gesteld: heb ik wel de juiste keuze gemaakt? Ook zij is zichzelf verschrikkelijk tegen gekomen tijdens de opleiding. Ze is zelfs op een punt gekomen waarbij ze zich afvroeg of ze moest stoppen…
Toch heeft Annemie doorgezet. Dit is een verhaal van vallen en opstaan, jezelf tegenkomen en niet opgeven. Dit is het verhaal van het eerste jaar politieopleiding van Annemie.
Na je vertrek bij het RSC ben je in augustus 2021 de politieopleiding ingegaan. Wat heb je het afgelopen jaar allemaal gedaan?
Ik heb negen maanden op ‘school gezeten’, dat was best wel wennen. Het is de bedoeling dat je je rugzak vult. Je verzamelt informatie en bepaalt zelf wat je over die informatie wilt leren. Dat betekent veel binnen zitten, veel studeren en vanaf Q4 voor het eerst de straat op en aan het echte werk ruiken.
Wat leer je zoal tijdens het eerste jaar van de opleiding?
Belangrijk is dat je weet wat het verschil is tussen strafrecht en privaatrecht. Wanneer is iets privaatrecht en wanneer strafrecht. Maar ook als je te maken krijgt met zware delicten, zoals bijvoorbeeld een zware mishandeling. Wat doe je dan? Hoe toon je empathie. Hoe breng je slechtnieuws gesprekken? Mag ik als agent emotie tonen en hoe ga ik daar mee om? Maar ook extreme dingen, zoals suïcidale mensen. Ik leerde verdachten verhoren en aangiftes opnemen. Het zijn in het begin allemaal simulaties met een acteur en het bereidt je voor op het werk op straat.
Ik heb ontzettend veel over mijzelf en mijn gedrag geleerd.
- Annemie
- Annemie
Jullie werken met acteurs?
Ja, er zijn een tiental simulatiedagen geweest waar je oefent met acteurs maar je oefent ook met elkaar. Je leert van je docent, oefent ook met je docent en met je medestudenten onderling.
Hoe voelde dat?
In de introductieweek moesten we onszelf presenteren door een filmpje van jezelf in een casussituatie op te nemen en dat in de klas te tonen. Daar kwam de vraag: hoe vind je dat jouw medestudent het heeft gedaan en hoe zou je het zelf doen? Dat is best wel pittig. Later begonnen we dus te oefenen met acteurs en in het begin was ik me heel bewust van dat acteren en als ik ergens een hekel aan heb is dát het. Je moet leren los te laten en de casus als een echte situatie te zien. Nu is het zo’n onderdeel van de opleiding geworden dat ik er niet meer tegenop zie als we weer simulatiedagen hebben of met een acteur oefenen. Sterker nog, het is ontzettend leerzaam en ik leer zoveel van die rollenspellen. Die acteurs zijn zo goed, dat ik die echte situatie ook écht beleef. Ik zit er midden in!
Was dat ook wat je had verwacht toen je aan de opleiding begon?
Nee.
Wat had je wel verwacht?
Dat vind ik erg lastig om te zeggen. Het ene is boven mijn verwachting, het andere niet. Boven verwachting zijn de lessen die ik heb geleerd in de simulaties. Ik ben me ervan bewust dat het allemaal rollen zijn maar toch zijn die zo leerzaam, vooral vanwege de feedback die ik krijg van de acteurs. Ik ben niet op mijn mondje gevallen en ik floep er nog wel eens wat uit. Die feedback maakte mij bewust van mijn gedrag. Ik werd letterlijk geconfronteerd met de gevolgen van mijn gedrag. Ik heb ontzettend veel over mijzelf en mijn gedrag geleerd.
Ik kijk in de etalage en ik zie ineens mijzelf in uniform.
Ik kreeg zo’n trots gevoel. Ik dacht: dat ben ik!
- Annemie
Ik kreeg zo’n trots gevoel. Ik dacht: dat ben ik!
- Annemie
Je zat enkele maanden in de opleiding toen ik je op het RSC sprak. Je zat toen niet lekker in je vel omdat veel leerstof voor jou herhaling was. Hoe voelde jij je toen?
Met name in het eerste kwartiel heb ik veel moeite gehad met de leerstof. Ik heb HBO-rechten gestudeerd en ik heb daar natuurlijk veel geleerd over het verschil tussen privaat- en publiek recht. Daarnaast natuurlijk ook over het strafrecht, staatsrecht en bestuursrecht. Wat ik lastig vond is het volgende: ik zat in een leerteam met in totaal acht medestudenten. Het belang van het leerteam staat voorop. Dat is een hele mooie gedachte, maar ik merkte dat ik het lastig vond om mijn plekje hierin te vinden. Ik had natuurlijk veel ervaring opgedaan binnen de politieorganisatie op het RSC en veel kennis van het recht opgedaan tijdens mijn opleiding. Doordat de eerste twaalf weken zo algemeen waren, wist ik niet welke informatie ik kon ophalen. Ik mocht in eerste instantie mijn HBO diploma Rechten niet gebruiken en ik moest opnieuw aantonen dat ik daadwerkelijk die kennis bezit. Toen dacht ik: waar ben ik aan begonnen? Is dit wat ik wil? Gelukkig bleek na een aantal weken dat ik dit diploma tóch mocht toevoegen aan mijn portfolio. Hier was ik natuurlijk erg blij mee. Het was voor iedereen de eerste weken natuurlijk zoeken: studenten, docenten, praktijkbegeleiders etc., omdat het een nieuwe opleiding betrof. Vanaf Q2 merkte ik dat ik écht op mijn plek zat. We gingen dieper het politievak in: aangiftes opnemen, welke bestanddelen zijn van belang in de aangifte, hoofdzaken van bijzaken onderscheiden, verdachtenverhoor, getuigenverhoor et cetera. Hier kon ik me weer redelijk bij elkaar rapen. Dit vind ik leuk, dit wil ik doen, daarvoor zit ik hier en dit wil ik leren. Nee, Q1 was voor mij persoonlijk niet fijn. Ik had het gevoel dat ik mijn HBO rechtendiploma kon verscheuren. Ik voelde mij in de eerste twaalf weken best verloren.
Heb je getwijfeld in die eerste twaalf weken?
Ja, heel erg. Ik heb echt op het punt gestaan om te stoppen. Ik sprak in die tijd met Luc Deira (collega Basisteam Enschede) en die hield mij een spiegel voor: Dit is toch wat jij wilt? Je moet echt door al die hoepeltjes heen. Ik heb me toen weer een beetje bij elkaar kunnen rapen. Vooral toen ik aan het einde van Q1 zag wat er in Q2 voorbij zou komen, maar ik heb echt op het punt gestaan: Is dit waar ik het leuke en gezellige RSC voor heb achtergelaten? Vlak na mijn vertrek bij het RSC sloeg de twijfel al toe. Ik moest dat gezellige team verlaten. Ik heb daar flink last van gehad in het begin. Misschien dat dit ook wel te maken heeft gehad met de vernieuwing van het onderwijs. Ik was natuurlijk frontaal les krijgen gewend, maar dit onderwijs is anders. Uiteindelijk is Q1 ook gewoon een belangrijk kwartiel.
Luc heeft jou geholpen met dat gesprek. Wat heeft jou nog meer geholpen?
Ik heb veel met mijn ouders gepraat. Eén keer zat ik er zó doorheen dat ik bij mijn moeder heb zitten huilen. Wat deed ik mezelf toch aan? Maar ze heeft me wel weer tot rust kunnen brengen. Ze zei: Annemie, dit is wat je altijd hebt gewild, daar ben je nu. Je moet daar even doorheen. Dat wilde ik op dat moment natuurlijk niet horen maar toch heb ik mezelf weer gemotiveerd om verder te gaan in de wetenschap dat ik eind april mocht snuffelen aan de straat.
Hoe ervaar je je medestudenten?
Je zit in een klas met 24 studenten, die zijn verdeeld in drie leerteams en elk leerteam heeft twee docenten. Voor iedereen is het nieuw dus het begint met elkaar leren kennen, wat ontzettend belangrijk is. Ik zit in een erg leuke club, allemaal verschillende achtergronden, verschillende leeftijden.
Hoe steunen jullie elkaar? Ik kan me voorstellen dat zij ook zagen dat jij niet lekker in je vel zat.
Klopt en ik heb dat ook uitgesproken. Dat is belangrijk binnen zo’n leerteam. Je bouwt een band met elkaar op, zodat je elkaar alles kunt zeggen. Ik heb er wel voor gezorgd dat ik er in Q1 voor iedereen kon zijn, want daar haalde ik mijn voldoening wel uit. Je moet zelf je lessen voorbereiden en als je dan iets wilt weten bevraag je elkaar. Ik werd bijvoorbeeld gevraagd om iets te vertellen over strafrecht. Door middel van een presentatie en een Kahoot quiz heb ik vervolgens een toelichting gegeven over onderwerpen in het strafrecht.
Op een gegeven moment ga je de ‘straat op’ met een buddy. Wat was je eerste indruk en ervaring?
Ik vergeet nooit meer mijn eerste dienst met mijn praktijkbegeleider. We liepen in het centrum van Almelo, keek in de etalage van de Hema en ik zag ineens mijzelf in uniform. Ik kreeg zo’n trots gevoel. Ik dacht: dat ben ik! Ik was zo trots! En het gekke is, ik was me er eigenlijk helemaal niet van bewust dat ik in uniform door het centrum liep. Mensen keken mij aan en ik dacht: waarom kijken ze mij aan? Toen besefte ik: ja natuurlijk, mijn uniform. Dat was zo gaaf!
Wat is de taak van de praktijkbegeleider?
Hij maakt je wegwijs en neemt je in bescherming. Hoe spreek je een burger aan en als je dat doet, krijg je achteraf feedback. Bij een rondje door de stad wijst hij bijvoorbeeld plekken aan waar regelmatig overlast is. Maar vooral steunen in de eerste paar stappen die je in uniform zet, maar eigenlijk ook gedurende de hele opleiding. Hij is er voor je en trapt op de rem als dat nodig is.
Welke meldingen heb je zoal gehad?
De eerste grote melding was een overval. We kregen deze melding toen we bezig waren met een verkeerscontrole. Wij werden ingemeld bij de meldkamer en moesten uitkijken naar de verdachten. De adrenaline giert dan door je lijf. Ik zat op de achterbank en had het signalement in mijn hoofd geprent. Ik weet nog, ik zat bijna 360 graden te draaien om te kijken of er iemand voldeed aan het signalement. We werden ook ingezet voor het buurtonderzoek, zoals getuigen horen en camerabeelden uitkijken. Op een gegeven moment zei de praktijkbegeleider: nu is het wel genoeg. We hadden al 13 uur gewerkt. Ik wilde achter elke tip aan, dat zou kris kras door de stad rijden betekenen, dat is ook niet de bedoeling.
Hoe kijk je daar op terug?
Ik was erg trots, vooral toen de verdachte een paar dagen later werd aangehouden. Trots dat ik onderdeel ben geweest in dit onderzoek.
Je komt na 13 uur dienst vol adrenaline in huis. Kun je dan gelijk slapen?
Nou, daar gaat nog iets aan vooraf. Ik moet me omkleden, naar de auto lopen en naar huis rijden. In die tijd zakt de adrenaline en thuis neem ik de dag soms nog door met mijn huisgenootje. Niet in detail, maar wel wat ik in grote lijnen heb meegemaakt. Dan kak ik langzaam in, duik m’n bed in en ben weg.
Toen ik je onlangs sprak, gaf je aan dat je jezelf een aantal keren flink bent tegengekomen. Wat heb je over jezelf geleerd?
Nou, mensen die mij kennen weten dat mijn gezicht een open boek is. Dat kan best wel lastig zijn. Ik kan dat niet veranderen, maar ben me wel bewust geworden dat ik dat heb. Ik werd vaak in casussen en simulaties op mijn gezichtsuitdrukking gewezen. Op een gegeven moment wist ik het wel.
In maart is er bij mij thuis ingebroken en dat heeft best wel impact op mij gehad. Ik wist daar niet mee om te gaan, want wat vinden anderen daarvan als ik daar last van heb? Ik werk nota bene bij de politie en er zijn veel ergere incidenten en dan ga je daar last van hebben? Ik vond het best lastig om een modus te vinden om te accepteren dát ik daar echt last van had en mijn emotie te tonen. Ik ben erg hard voor mezelf en vind het moeilijk te accepteren dat ik daar last van heb. Daarin ben ik misschien wel mijn grootste vijand. Ik heb daar hulp bij gekregen van Minke, mijn trajectbegeleider. Het heeft me uiteindelijk ook iets opgeleverd want als ik nu bij een woninginbraak zou komen, kan ik me oprecht inleven in het gevoel van het slachtoffer. Natuurlijk is dat een vervelende manier omdat je zelf ook slachtoffer bent geweest, maar ik heb het geprobeerd om te buigen naar een positief gevoel en daar houd ik me maar aan vast. Hoewel ik nog steeds erg streng naar mezelf ben, heeft deze ervaring wel iets in gang gezet. Ik blijf zoals ik ben, maar ergens is een verandering in gang gezet.
Ik kwam in een andere situatie waarbij ik samen met mijn maatje de achterdeur van een pand moest bewaken en niemand binnen mocht laten. Een groep van 10-15 jongeren wilde toch naar binnen en één persoon duwde mij aan de kant. Normaal zou ik daar onmiddellijk op reageren, maar ik bleef op dat moment rustig. In een splitsecond dacht ik: heeft het zin als ik nú reageer? Straks lig ik gestrekt. Bovendien staan die gasten allemaal met een telefoon te filmen en sta ik straks op het Internet. Nee, ik besloot niet uit m’n plaat te gaan, want daarmee zou ik mezelf voor schut zetten. Enfin, ik werd aan de kant geduwd, de man ging naar binnen en werd door een tegemoetkomende collega naar buiten gebonjourd. En ik kreeg een compliment dat ik zo rustig was gebleven.
Je gaat met andere ogen kijken.
- Annemie
- Annemie
Zo te horen zijn je twijfels voorbij en heb je écht de juiste keuze gemaakt.
Ja, echt wel, ik ben er wel van overtuigd geraakt dat ik de juiste keuze heb gemaakt en waar ik het voor doe. Vlak voor de vakantie kreeg ik te maken met een situatie waarbij een voertuig een ander voertuig had geraakt tijdens het invoegen. Een vrouw van dik in de tachtig stond daar langs de kant, wist niet wat ze moest doen. Wij kwamen toevallig langs en ik vroeg haar: hoe gaat het met u? Ze was zo dankbaar dat we waren gestopt. Ik heb haar in haar eigen auto naar het ziekenhuis gereden, want daar had ze een afspraak met haar dochter. Ik heb haar geholpen met het invullen van het schadeformulier. Die dankbare blik, dat is voor mij de reden waarom ik dit wil doen. Ik wil er zijn voor iemand op het moment dat het écht nodig is. Ik weet ook dat er andere situaties gaan komen, maar dit is waar ik het voor doe: er zijn voor mensen die hulp nodig hebben.
Je gaat nu het tweede jaar van je opleiding in. Wat kun je verwachten?
Ik ga beginnen als derde man in de noodhulp. Dan zit ik op de passagiersstoel in de dienstauto en ben ik bezig met het portoverkeer en de statussen. Ja, daar ga ik wel heel veel 112 meldingen meemaken. Denk aan reanimaties, aanrijdingen met letsel, vechtpartijen, conflicten et cetera. Ik ben echt heel nieuwsgierig naar hoe dat gaat lopen. Er zit nog een zekere ongedwongenheid in. Wordt het te heftig mag ik nog een stapje terug doen, maar in Q6 ga ik echt voor het echie, dan ga ik als tweede man de noodhulp in. Dan kan ik geen stap meer terug doen.
Ik lees nu het boek van Lieke Hester, en als ik haar verhalen lees denk ik: dat wil ik ook allemaal. Natuurlijk is dat Amsterdam, maar afgelopen week hadden wij ook een boerenprotest in Almelo, dat ook best heftig was. Allerlei filmpjes verschenen op internet. Ik appte mijn moeder dat ik daar wel graag bij had willen zijn. Mijn moeder is erg trots op mij maar antwoordde op dat moment dat ze blij was dat ik er niet bij was (lacht).
In Q5 en Q6 zit ik twee dagen in op het LOP (Leer Ontwikkel Plek) te Enschede. Samen met de docent en de praktijkbegeleider behandelen we bijvoorbeeld casussen. Het belangrijkste is dat we als leerteam zelf moeten aandragen wat we graag (verder) willen leren. De andere dagen werk ik in de noodhulp.
Ga niet met jezelf in gevecht!
- Annemie
- Annemie
Van wie heb je het meest geleerd en wat neem je mee naar de toekomst?
Twee dingen. Toen ik de opleiding begon zei een docent: nu je de opleiding ingaat loop je nooit meer zo onschuldig over straat, zoals je gedaan hebt. Je gaat met andere ogen kijken. En dat merk ik nu ook echt.
Tweede is: toen we bezig waren met het oefenen van reanimeren op een pop, besefte ik dat ik heel veel moest onthouden. Tijdens het oefenen vroeg ik me af: ga ik dát allemaal onthouden? Gaat het me lukken met die AED? Totdat we bij een echte reanimatie werden geroepen en het gewoon goed lukte. Ik deed het zoals het me was geleerd. Hierdoor heb ik ook geleerd dat ik op mezelf kan vertrouwen, door terug te gaan naar de basis van wat ik heb geleerd.
Welke boodschap heb je voor studenten die bij de politie willen solliciteren?
Voorafgaand bedenken: waarom wil ik dat? Op verzoek van Roy Kleinlangevelsloo (Operationeel Specialist) heb ik een aantal kandidaten geholpen met het beantwoorden van die specifieke vraag. Roy heeft mij destijds ook geholpen bij mijn zoektocht. Ik zat ook met veel vragen. Het is fijn als je dan iemand hebt die je daarin ondersteunt.
Maar er zijn er ook die gaan voor de adrenaline, die vinden het gaaf. Ik vraag me dan af of die laatste groep daadwerkelijk een goed beeld heeft van wat het werk écht inhoudt? Het is niet elke dag een achtervolging of elke dag een overval. Negen van de tien keer heb je dagen met meldingen over geluidsoverlast, huiselijk geweld, burenruzies, aanrijdingen of de vondst van een lijk.
Die politieseries op TV zijn mooi voor het amusement, maar het geeft geen weerspiegeling van het échte werk. Waarom wil je bij de politie, wat triggert jou?
Binnenkort woon ik online een informatieavond bij voor kandidaten die in augustus beginnen. Daar vertel ik over mijn ervaringen, en daar zal de boodschap ook zijn: sta open voor wat je wilt leren, maar sta ook open voor wat je wilt leren over jezelf. De grootste valkuil is denken dat jou niets overkomt, het overkomt alleen anderen. Je gaat jezelf zo ontzettend tegenkomen. Accepteer dat en ga niet met jezelf in gevecht.
Klik hier voor het eerste interview met Annemie.
Klik hier voor het tweede interview met Annemie.
Klik hier voor het derde interview met Annemie.